4.5 Ulixes apud Circam veneficam
Odysseus roept zijn vrienden samen: 'Vrienden', zegt hij, 'blijf hier en wacht op mij: ik wil het eiland onderzoeken.' Odysseus zwerft door het gehele eiland: hij bekijkt de lange rivieren, de hoge bergen, de onbekende bomen, hij ziet ook een groot en mooi gebouw. In het bos kan hij een groot hert vangen: later keert hij naar zijn gezellen terug. De gezellen begroeten hun leider en maken het avondmaal gereed.
Na het avondmaal vragen ze: 'Odysseus, wie woont hier? Is er gevaar? Wat kunnen wij op het eiland vinden? Zijn er weinig of veel steden, zijn de mensen rechtvaardig of onrechtvaardig? Wij hebben allemaal angst...'
'Vrienden, de sterren raden nu een aangename slaap aan. Slaap gedurende de lange uren van de nacht.' Maar Odysseus zelf kan niet slapen: dikwijls komt het mooie gebouw voor zijn ogen.
Plotseling ziet de mooie Circle de Grieken. De tovenares lacht en zegt: 'Kom binnen, gasten, kom binnen! Jullie hebben toch wel honger?' Dan gaan allen behalve Eurylochus het paleis binnen; want Eurylochus wacht voorzichtig voor de poort op zijn vrienden. De slaven van Circle dienen snel voedsel en wijn op; maar de wijn is vergiftigd en kijk, plotseling worden de ongelukkige gasten varkens.
Eurylochus haast zich naar Odysseus en vertelt het ellendige lot van zijn vrienden. De overige gezellen zijn zeer treurig en wenen, maar Odysseus zegt dadelijk: 'Ik moet onze vrienden bevrijden, ik vrees de tovenares niet.' Onderweg smeekt Odysseus de god Mercurius: 'Mercurius, zoon van Jupiter, jij helpt mij altijd, help mij ook nu.' Mercurius hoort de ongelukkige leider en toont een heiig kruid. Voor het paleis roept Odysseus Circe en hij roept uit: 'Bevrijdt mijn vrienden.' Circe is blij omdat de leider van de Grieken er is en ze zegt:'Jij wilt toch ook wel een mooi varken worden?' Maar het kruid van Mercurius redt hem. Daarom roept Circe woedend: 'Wie ben je? Waarom wordt je geen varken?' Maar Odysseus roept opnieuw: 'Bevrijdt mijn vrienden.' Eindelijk, na vele strenge woorden van Odysseus, opent Circe de poort van de stal en bevrijdt de Grieken... Kijk, plotseling worden de varkens opnieuw mensen! Maar de Grieken kunnen nog niet naar huis terugkeren: want Odysseus blihft gedurende lange tijd bij de mooie Circe...
Odysseus roept zijn vrienden samen: 'Vrienden', zegt hij, 'blijf hier en wacht op mij: ik wil het eiland onderzoeken.' Odysseus zwerft door het gehele eiland: hij bekijkt de lange rivieren, de hoge bergen, de onbekende bomen, hij ziet ook een groot en mooi gebouw. In het bos kan hij een groot hert vangen: later keert hij naar zijn gezellen terug. De gezellen begroeten hun leider en maken het avondmaal gereed.
Na het avondmaal vragen ze: 'Odysseus, wie woont hier? Is er gevaar? Wat kunnen wij op het eiland vinden? Zijn er weinig of veel steden, zijn de mensen rechtvaardig of onrechtvaardig? Wij hebben allemaal angst...'
'Vrienden, de sterren raden nu een aangename slaap aan. Slaap gedurende de lange uren van de nacht.' Maar Odysseus zelf kan niet slapen: dikwijls komt het mooie gebouw voor zijn ogen.
Plotseling ziet de mooie Circle de Grieken. De tovenares lacht en zegt: 'Kom binnen, gasten, kom binnen! Jullie hebben toch wel honger?' Dan gaan allen behalve Eurylochus het paleis binnen; want Eurylochus wacht voorzichtig voor de poort op zijn vrienden. De slaven van Circle dienen snel voedsel en wijn op; maar de wijn is vergiftigd en kijk, plotseling worden de ongelukkige gasten varkens.
Eurylochus haast zich naar Odysseus en vertelt het ellendige lot van zijn vrienden. De overige gezellen zijn zeer treurig en wenen, maar Odysseus zegt dadelijk: 'Ik moet onze vrienden bevrijden, ik vrees de tovenares niet.' Onderweg smeekt Odysseus de god Mercurius: 'Mercurius, zoon van Jupiter, jij helpt mij altijd, help mij ook nu.' Mercurius hoort de ongelukkige leider en toont een heiig kruid. Voor het paleis roept Odysseus Circe en hij roept uit: 'Bevrijdt mijn vrienden.' Circe is blij omdat de leider van de Grieken er is en ze zegt:'Jij wilt toch ook wel een mooi varken worden?' Maar het kruid van Mercurius redt hem. Daarom roept Circe woedend: 'Wie ben je? Waarom wordt je geen varken?' Maar Odysseus roept opnieuw: 'Bevrijdt mijn vrienden.' Eindelijk, na vele strenge woorden van Odysseus, opent Circe de poort van de stal en bevrijdt de Grieken... Kijk, plotseling worden de varkens opnieuw mensen! Maar de Grieken kunnen nog niet naar huis terugkeren: want Odysseus blihft gedurende lange tijd bij de mooie Circe...